De Generatiedenkers: Jannemarie de Jonge

Elke maand interviewt ontwerpbureau Verveeld � Verward een toonaangevende, toekomstige voorouder uit het ontwerpveld over generatiedenken. Dorine Baars en Jonas Martens springen met hun inspiratoren de diepte in over inhoudelijk werk, nalatenschap en generatie-overstijgend ontwerpen. Dit keer mogen ze op bezoek komen bij Jannemarie de Jonge. Landschapsarchitect, natuurliefhebber, rijksadviseur die zich bezighoudt met de inrichting van Nederland en eigenaar van het ruimtelijk ontwikkelingsbureau Wing.

Type Actueel
Gepubliceerd op 22 januari 2024
Actueel
De Generatiedenkers: Jannemarie de Jonge
Onderdeel van

Op de dag dat het weer eindelijk had besloten herfst te worden zetten we onze koers op Wageningen, zowel het kenniscentrum van de leefomgeving als, dus, woonplaats van Jannemarie de Jonge. Vanuit een met licht omgeven serre met lange keukentafel kijken we uit op een tuin met minstens twee gezichten. Links van ons, ogenschijnlijk gecontroleerde vergroening met zelf-gemetselde kweekkas die voorziet in de tomaten. Aan de andere kant werd de natuur met voorbedachte rade losgelaten. Je had de egels kunnen zien terugkijken als je goed tussen de varens doorkeek. “Als je niet ziet dat het landschap ontworpen is, is dat misschien wel het grootste compliment” zegt de Jonge. Op de keukentafel kletteren drie kommen soep. Uiteraard, van eigen bodem.

‘Als we beseffen dat we als mens deel zijn van die natuur, ontwerpen we niet het eindbeeld, maar de condities.’

Wij zijn de natuur

Slurpend vragen we naar de inherente tegenstelling die in landschapsarchitectuur verscholen zit. De tweespalt in het ontwerpen van en met natuur. Van het menselijk ingrijpen in zaken die anderszins zouden worden opgelost door de natuur zelf – als we het daadwerkelijk zijn gang zouden laten gaan. De tegenstrijdigheid die blijkt te zitten in het hebben over de natuur, maar die natuur, dat zijn wij ook. 

Ontwerpen is in essentie een reflectieve dialoog waarbij je de vraag moet stellen (a) kan het en (b) is het goed. Het reflectieve oordeel van feiten en waarden. En dat geldt natuurlijk ook binnen de leefomgeving, daar waar alles grootschalig is, vaak een lange en complexe ontwikkelingstijd kent en het grote publiek dient. Hier is het dialoog met de huidige èn toekomstige samenleving van extra belang. En daar bedoelt ze ook de samenleving met de natuur mee. Sterker nog, wij zíj́n natuur, benadrukt ze. “Als we beseffen dat we als mens deel zijn van die natuur, ontwerpen we niet het eindbeeld, maar de condities”, vertelt de Jonge. De gezonde basiscondities. Daarvanuit valt zowel eenzaamheid – van mensen – aan te pakken, als het opschonen van onze oppervlaktewateren. “Als de bodem maar goed is, dan maakt het niet uit of we daar landbouwgrond, stad of bos ontwikkelen.”

“We kunnen niet van A naar B met de regels van A”

Lucht-, water- en bodemsturend: schoon en op orde. Zo simpel moet – en mag het zijn. De rest volgt daar logisch uit. De mens als rentmeester, participant, voogd. 

Maar we zitten vast, al best lang. Vast in onze wetenschappelijke modellen; op z’n best benaderingen van de werkelijkheid. Modellen die kaders hebben, uit gaan van condities, ideale omstandigheden, vaste waarden en variabelen. Terwijl de werkelijkheid zoveel rijker en complexer is. Om natuur werkelijk te behouden moeten we het ontwikkelen, dat treedt buiten modellen en kaders en het vraagt erom complexiteit te accepteren. Natuurontwikkeling dus, betekent volgens Jannemarie fysieke verbindingen leggen: onze groene eilanden met biodiverse snelwegen en landweggetjes overbruggen. Zo kan namelijk een bepaalde dier- of plantensoort van iets verderop – die zich net even wat beter heeft kunnen aanpassen aan de nieuwe (weers-)omstandigheden – uitkomst bieden voor de weerbaarheid en regeneratie van het gehele systeem.

Alles meegenomen stelde Jannemarie de Jonge een ongelofelijk belangrijke ecologische hoofdstructuur voor: al in de jaren ‘90. Deze ingrijpende ecologische hoofdstructuur zou voor een gigantische biodiverse en natuurlijke route zorgen in een flink deel van Nederland. Anno nu, 30 jaar later, is de hoofdstructuur er alleen versnipperd van gekomen. “Ik ben gedesillusioneerd geraakt door hoe het werkt in de praktijk. “Je kunt eigenlijk helemaal geen uitvoerbaar ontwerp maken op zo’n tijdschaal”, zegt de Jonge. Als de nieuwe politieke wind waait, waaien de oorspronkelijke tekeningen van tafel, hoe goed je het ook in een organisatie hebt geborgen. “Die tekeningen moeten dus mee kunnen veranderen, mee met de geest van de tijd.”

In die zin spreekt m’n dochter voor een huidige generatie die zich meer en meer bewust is van onze rol en dat we ook iets in te leveren hebben - comfort, volle batterijen, droge voeten…
— Jannemarie de Jonge

B

En hoe men ook echt mee komt in een transitie die B toekomt? “Daarvoor zullen we echt moeten veranderen, in onze grondhouding, daar kunnen generaties overheen gaan”. Hoe haar vader, architect, stond voor de maakbaarheid, met een groot geloof in technologie en dat we de wereld naar onze hand kunnen zetten, stond zij zelf voor de verbinding met de natuur en de intrinsieke waarde van het natuurlijk systeem. Beiden spreken voor de wind binnen hun eigen generatie. En tegenwoordig is het bijvoorbeeld haar dochter, TU Delftenaar, gericht op klimaatadaptatie en innovatie, die het gedragscomponent bij de fysieke inrichting optelt. De psychologie ervan en het vormgeven van passende regels. Want, je kunt wel een innovatie hebben, maar het breekt pas door als mensen het ook accepteren. “In die zin spreekt m’n dochter voor een huidige generatie die zich meer en meer bewust is van onze rol en dat we ook iets in te leveren hebben – comfort, volle batterijen, droge voeten…” De Jonge spreekt de hoop uit dat dat bewustzijn doorzet en ziet vooral het diep rakende gevoel daaronder, als drijfveer voor transitie naar een nieuwe grondhouding. Dit gevoel zet verandering in gang. We durven uit haar woorden te concluderen: om iets technocratisch voor elkaar te krijgen moeten we iets heel emotioneel rakends doen.

Groeibaarheid

En als we dan ergens naartoe mogen veranderen, moeten de condities volgens Jannemarie op ‘groeibaarheid’ zijn gebaseerd. Regeneratie. De wet van wederkerigheid. Zoals in het bosrijke Finland elke 14 seconden een huis groeit, zouden we niet ook onze iPhones kunnen oogsten? Zo ook, hoe groeien we een brug of hoe kweken we een hele stad? Allang hebben we het niet meer over natuurbehoud, maar juist over ontwikkeling richting gezondheid en diepgewortelde sociale waarden. Juist complexiteit dus. Dit kan geen model zomaar oplossen. Ontwerpend denken is de sleutel; constante iteratie, verbeterstappen met kennis van nu, een constante – soms misschien wel pijnlijke – maar reflectieve dialoog. Een publiekelijke dialoog waar iedereen ontwerper is, of deel van het ontwerp. Eigenlijk een complex muziekstuk.

Een van de complexere stukken waar De Jonge voor staat is de bescherming van de Wadden. Daar is kustbescherming en dijkverbreding ongelofelijk complex geworden door de grote hoeveelheid kavels met nóg meer eigenaren en regels die verschillen van de ene op de andere vierkante meter. En hoewel het zo is ingericht, is de natuur eigenlijk de enige echte eind-eigenaar. De natuur zelf is de beste en de meest meedogenloze ontwerpster die er is. Kavel of geen kavel. De Jonge probeert haar zo goed en zo kwaad als het kan een ruggengraat te geven, en dat samenspel tussen ruimte en condities te ontwerpen. Op zoek naar een bijzonder evenwicht, met een verborgen onoplosbaarheid misschien wel. We moeten die beweging toelaten, een constante verandering, een ritme. 

Datzelfde ritme horen we ineens, achteraf, wanneer we de opname terug luisteren om dit artikel te schrijven: een ritmisch, melodieus getik op de keukentafel. Destijds gedurende het gesprek onopgemerkt – maar de telefoon die op de houten tafel lag, heeft het geluid wel gevangen – het kloppende gedreven ritme van De Jonge.

De interviewreeks is onderdeel van Design for Generations: een uitgebreide verzameling van projecten, ontwerpen, tradities en ideeën die generatie-overstijgend zijn.

De interviews zelf zijn een verkenning in de breedste zin; over wat de term generatiedenken voor ons als ontwerpers en ontwikkelaars kan betekenen. Deze reeks is zowel een interne- als externe zoektocht die wij zelf als ontwerpers voelen; wanneer is iets goed voor de echte lange termijn? Is onze ontwerpsector juist de oorzaak van dat korte termijn denken wanneer ons verdienmodel het bedenken van nieuwe dingen is? Wat zouden we anders doen als we beter beseffen wat onze rol als voorouder werkelijk is, of welke beslissingen zouden anders uitvallen als we het welzijn van onze verre familie mee zouden wegen in de keuzes van nu. Is het doorbreken van korte termijn denken überhaupt noodzakelijk, of zijn we toch al lang te laat? Wat is de nalatenschap van onze ontwerpwereld?

Design for Generations is een project van Verveeld � Verward, mede mogelijk gemaakt door de World Design Embassies en het College van Rijksadviseurs, en alle ontwerpers en denkers die hebben bijgedragen.

chapter-arrow icon-arrow-down icon-arrow-short icon-arrow-thin icon-close-super-thin icon-play icon-social-facebook icon-social-instagram icon-social-linkedin icon-social-twitter icon-social-youtube