Embassy conferentie: Ontwerpen mét verschillende mensen
Hoe kunnen we elkaar inspireren om inclusieve ervaringen te ontwikkelen? En welke rol speelt de ontwerpsector hierin? Deze en veel meer vragen stonden centraal tijdens de conferentie van de Embassy of Inclusive Society op vrijdag 25 oktober tijdens de Dutch Design Week 2024. Architect en toegankelijkheidsadviseur Séverine Kas leidde de dag als moderator en nodigde de aanwezigen uit om open en kwetsbaar te spreken over hun ervaringen met toegankelijkheid en inclusiviteit.
“Om toegankelijkheid meer mee te nemen in ontwerp, heb je kwetsbaarheid nodig”, zo sprak moderator Séverine Kas bij aanvang van de conferentie van de Embassy of Inclusive Society. “Een stukje kwestbaarheid zit in iedereen. Ik wilde altijd al architect worden, maar toen ik mijn opleiding afrondde, hoorde ik dat ik langzaam doof en blind zou worden. Terwijl ik juist als architect bezig was met observeren van de omgeving om me heen. Ik droeg mijn witte stok wel bij me, maar liet die niet zien. Want een ontwerper is toch niet slechtziend? Destijds toonde ik mijn kwetsbaarheid weinig, maar nu kan ik dat wel. Toegankelijkheid moet je namelijk durven leven; het is meer dan een handboek of een mapje, het vertrekt vanuit de mens en de diversiteit van lichamen.”
In lijn met die boodschap, sprak creatief leider Shay Raviv ook kwetsbare woorden in haar introductie in de Podiumzaal van Natlab. Ze sprak over haar eigen persoonlijke motivatie om de embassy te leiden en de worsteling die ze daar afgelopen jaar mee ondervond. Het proces van het creatief leiderschap is niet altijd even makkelijk, liet ze in haar ontboezeming weten. “Dankzij de samenwerkingen met mensen waar we de afgelopen drie jaar aan hebben gewerkt, heb ik mijn energie teruggevonden. Dit evenement heeft een focus, een energie die ik hoop dat jullie allemaal voelen,” zei Shay. Net als alle sprekers werden haar woorden ook weergegeven door een gebarentolk en was een live transcriptie mee te lezen op een beeldscherm.
Na de opening volgde een performance van Lindsay Thusijanthi Sinniah. Deze dove performer maakte samen met spoken word artiest Jen Knuchel een gedicht, dat leidde tot een performance met twee lagen van expressie. Tijdens de performance van Lindsay waren de woorden van Lindsay te horen. Ze gebruikten beeldrijke metaforen om gevoelens van isolement en verbondenheid te beschrijven.
Ronald Ligtenberg: creatieve toegankelijkheid
Ronald Ligtenberg probeert met zijn stichting Possibilize onder andere doven uit precies zo’n isolement te halen en een gelijkwaardige culturele beleving te laten ervaren. Dat doet hij onder meer door het organiseren van muziekfestival Sencity, waar doven én horenden van muziek kunnen genieten door middel van lichteffecten, trillende vloeren en dansperformances die muziek voelbaar maken. Ligtenberg gaf zijn visie op ‘creatieve toegankelijkheid’. “Mensen zeggen wel eens dat je moet kijken naar wat je wel kunt, maar ik denk dat we ook moeten erkennen wat je niet kunt. Dat mag er ook zijn, sterker nog, het ís er ook echt,” aldus Ronald.
Hij deelde een voorbeeld van een museum dat een dure rolstoellift installeerde die slechts zelden werd gebruikt. Dit voorbeeld leidde tot de vraag hoe inclusiviteit verder kan reiken dan alleen praktische aanpassingen. “In plaats van te investeren in een onpraktische rolstoellift, had het museum ook een functioneel kunstwerk kunnen maken dat toegankelijk is voor iedereen – een oplossing die niemand uitsluit,” stelde hij voor. Op deze manier wordt inclusie een ontwerpkeuze die alle bezoekers dient, betoogde Ronald.
Toegankelijkheid in de publieke ruimte
Design lead Jasper Goossensen en directeur Fenne Roefs van de ‘wayfinding experts’ van Mijksenaar bespraken vervolgens hun aanpak om toegankelijkheid in openbare ruimtes te verbeteren. Net als alle andere sprekers gaven ze een omschrijving van hoe ze eruitzien (Jasper: “Een jongen van begin dertig, boven de twee meter, een spijkerbroek en een bruine trui. En Fenne: “Ik ben 1 meter 70 ongeveer. Ik heb een zwarte broek en zwarte schoenen aan, een blauw t-shirtje en een jasje en een bril.”)
Met praktijkvoorbeelden uit ziekenhuizen en luchthavens lieten ze ervaren hoe bewegwijzering en visuele communicatie toegankelijkheid kunnen vergroten. Mijksenaar richt zich hierbij op het ontwikkelen van duidelijke en universele symbolen die intuïtieve navigatie ondersteunen, ook voor mensen met visuele of cognitieve beperkingen. “Ons doel is om met bewegwijzering de reis voor iedereen zo gemakkelijk en prettig mogelijk te maken. Daarom hebben we bijvoorbeeld gekozen voor heldere kleuren en grote contrasten, zodat de informatie goed zichtbaar is,” legde Fenne Roefs uit tijdens de presentatie. “We streven naar wat we ambitieus noemen ‘ontwerpen voor alle mensen’. Meestal komen we uit op ontwerpen voor de meeste mensen, maar ons doel is om inclusie steeds verder uit te breiden.”
“Bij het ontwerpen van wayfinding gaat het erom manieren te vinden zodat iedereen, ongeacht achtergrond of beperking, zich kan oriënteren en begrijpen hoe de ruimte werkt,” voegde Jasper daaraan toe. De wayfinders zetten ook op een innovatieve manier de kracht van audio in hun manier van werken Door het combineren van verschillende zintuigen, rekken ze de grenzen van hun vakgebieden op. De rol van ervaringsdeskundigen is in dit proces onmiskenbaar groot, benadrukte hij. “In onze projecten zien we steeds duidelijker dat ontwerpen met verschillende mensen – zoals ervaringsdeskundigen – ons helpt om obstakels te begrijpen die wij zelf niet zouden ervaren. Zo kunnen we creatief werken aan oplossingen die echt aansluiten bij de behoeften van gebruikers,” aldus Jasper. “Zo gaan we van ‘ontwerp voor alle mensen, naar ‘ontwerp voor de meeste mensen’, tot ‘ontwerp voor verschillende mensen’ en uiteindelijk ‘ontwerp mét verschillende mensen.’”
Publieke stilteruimtes
Bij het ontwerpen van de publieke ruimte is het ook belangrijk hoe je ook rust en stilte een plek geeft. Een omgeving waar je zintuigen misschien juist even niet hoeft te (over)prikkelen. Dat werd duidelijk uit de voorbeelden die ontwerpers Aline Gerards en Hedwich Hooghiemstra lieten ervaren. Aline vertelde hoe het idee van publieke stilteruimtes ontstond tijdens gesprekken met bewoners van zorginstellingen, die aangaven dat een ruimte zonder afleiding en zorgcontext belangrijk voor hen is. “Ze gaven aan hoe belangrijk het is een ruimte te hebben waarin je jezelf kunt terugtrekken, los van de drukte om je heen,” aldus Aline.
De stilteruimtes zijn voorzien van verschillende zintuiglijke elementen zoals geluid, geur en tastbare materialen. Aline beschreef hoe deze ruimtes specifiek zijn aangepast aan diverse omgevingen: van natuurgebieden waar het geluid van vogels en wind deel uitmaakt van de ervaring tot kantoren waar men behoefte heeft aan afzondering zonder werkdruk. “Het aanspreken van alle zintuigen in ontwerp heeft wat mij betreft enorme potentie.”
Digitale toolbox voor inclusieve cultuur
Na een pauze en korte tijd voor reflectie waarin de zintuigen even rust werd gegund, werden aanwezigen uitgenodigd om een aanpasbare ketting te dragen waarmee je je gemoedstoestand kon aangeven. De Embassy liet de ketting speciaal voor dit evenement maken. Het idee voor dit attribuut werd geïnspireerd door een onderzoek dat dit jaar werd gepresenteerd op de EoiS-expo. Een methode die zonder dat iemand ernaar hoeft te vragen, laat zien of je in gesprek kan, of dat je diegene juist even beter met rust kunt laten.
Ontwerpers Amy Goris van Greenberry en Julian van Deursen van Zeewaardig gingen in gesprek met Tamara Breugelmans. Zij namen de aanwezigen mee in de stappen die ze aan het doorlopen zijn voor Kennispunt Toegankelijke Cultuur. Dit kennispunt moet het voor culturele organisaties makkelijker maken om met toegankelijkheid aan de slag te gaan. Tijdens de conferentie presenteerden ze een aantal prototypes van de Digitale Toolbox, een online platform dat instellingen in de culturele sector helpt hun toegankelijkheidsbeleid te verbeteren. Dit ontwikkelt het ministerie van OCW samen met Amy en Julian. De Toolbox biedt instellingen toegang tot informatie, hulpmiddelen en ondersteuning om inclusiviteit te bevorderen. “Wij geloven dat de kennis van ontwerpers en ervaringsexperts samen tot slimme oplossingen kan leiden,” aldus Julian, sociaal ontwerper bij Zeewaardig. De Digitale Toolbox is verre van af, toch liet het duo een paar prototypes zien. “Dat doen we ook omdat we het principe ‘niet over ons, zonder ons’ erg belangrijk vinden.”
Via een online ‘mentimeter’ werd via verschillende vragen gepolst waar de nadruk in de toolbox volgens de aanwezigen op zou moeten komen te liggen. Aanwezigen konden ook na het plenaire gedeelte feedback geven en buiten de zaal waren er verschillende stations waar de prototypes werden getest
Slotwoorden en reflectie
Volgens moderator Séverine Kas liet de conferentie op een treffende manier zien wat het lerende vermogen van ontwerpers is. “Daarbij is het belangrijk om samen met elkaar op te trekken en van elkaar te leren.” Ze sprak de hoop uit dat ook andere sectoren buiten de culturele sector worden geïnspireerd door de multi-zintuigelijke aanpak van de verschillende ontwerpers. “De culturele sector loopt doorgaans een paar passen voor op andere dienstverlenende sectoren. Hopelijk kunnen we ook anderen ertoe aanzetten hun sector op een meer inclusieve manier vorm te geven.”
Shay Raviv sloot de conferentie af door te spreken over de noodzaak van transparantie en gedeelde verantwoordelijkheid bij het ontwerpen voor inclusie. “Ontwerpen voor inclusiviteit betekent dat je keuzes maakt die nooit voor iedereen ideaal zijn. Kunnen we open zijn over die keuzes en onze compassie als leidraad nemen?” vroeg ze zich af. Ze gaf aan dat de conferentie een stap was in een traject naar een inclusievere samenleving en moedigde de deelnemers aan om de inzichten toe te passen in hun eigen werk.