Embassy conferentie: Verkennen van nieuwe digitale toekomsten
Hoe kan technologie onze samenleving versterken zonder onze autonomie te ondermijnen? Hoe zorgen we ervoor dat technologie niet alleen efficiënt, maar ook eerlijk en inclusief is? En hoe kunnen ontwerpers en gebruikers samen technologie vormgeven die onze unieke menselijke kwaliteiten versterkt? Het zijn een paar van de vele vraagstukken die ter tafel kwamen tijdens de conferentie van de Embassy of Digital Futures in Natlab tijdens DDW24. Verschillende experts en ontwerpers verkenden samen de invloed van technologie op onze samenleving en schetsten vanuit diverse kijkrichtingen en toekomstperspectieven.
De naam van de relatief nieuwe Embassy schrijf je bewust meervoud, onderstreepte creatief leider Pallas Agterberg bij aanvang van de conferentie. “Want er is niet één enkelvoudig toekomstperspectief mogelijk. Het zijn er heel veel”, vertelde ze in het Auditorium van Natlab in Eindhoven. “Wanneer je met zo’n onderzoek aanvangt, weet je vaak haast niet waar je moet beginnen. De digitale wereld zit tegenwoordig verweven in álles wat we doen. Dat brengt veel met zich mee: we kunnen nu veel dingen doen die we in het verleden niet eens mogelijk achtten.”
Koert van Mensvoort: technologie als onze ‘Next Nature’
In de eerste keynote tijdens de conferentie benadrukte Koert van Mensvoort (Next Nature Network) dat technologie al onmiskenbaar verweven is met álles in ons dagelijks leven. “Denk maar aan dat gevoel als je je smartphone thuis hebt gelaten. Dat is alsof je een lichaamsdeel op tafel hebt laten liggen. Je rent snel terug naar huis om je smartphone te pakken en om je weer een heel mens te voelen.”
Hij vroeg het publiek na te denken over de richting waarin we samen met technologie willen evolueren. Volgens Van Mensvoort zijn er verschillende mogelijke toekomstscenario’s en moeten we bewuster kiezen welke daarvan we willen realiseren: “Sommige toekomsten zijn puur fantasie, maar anderen kunnen werkelijkheid worden.”
In één van de 120 slides in zijn presentatie, toonde hij een piramidemodel. Daarin toonde hij aan hoe de verweving van technologie doorgaans verloopt: van iets dat is voorzien, operationeel en toegepast wordt, tot iets wat geaccepteerd, vitaal, onzichtbaar en natuurlijk is geïncorporeerd in de samenleving.
Dat proces loopt niet altijd in één rechte lijn. Met voorbeelden als Google Nose en de Energy Belt schetste hij futuristische concepten die ons leven en onze zintuigen zouden kunnen verrijken, maar ook potentieel verstoren. Zijn pleidooi was om samen met technologie te groeien en onze ‘superkrachten’ te ontdekken, en juist niet om tegen technologie te vechten.
Door technologie als een natuurlijke evolutie te zien, daagde hij het publiek uit om kritisch en creatief na te denken over onze rol: “Wordt technologie onze next nature?”, vroeg hij zich af. Van Mensvoort benadrukte het belang van het bewustzijn hierover, zodat technologie ons zou kunnen versterken in plaats van overheersen.
Lilian Stolk: de ethiek van creativiteit en AI
In de volgende presentatie reflecteerde Lilian Stolk op de toenemende invloed van AI en de manier waarop deze technologie onze interactie en creativiteit beïnvloedt. Ze onderstreepte het belang van een kritische blik: hoewel AI prachtige nieuwe mogelijkheden biedt, brengt het ook uitdagingen zoals vooroordelen en milieukosten met zich mee. “We moeten leren van de lessen van Web 2.0,” benadrukte ze, en ervoor zorgen dat AI niet alleen functioneel, maar ook ethisch verantwoord wordt vormgegeven.
Stolk stipte ‘Poetics of Prompting’ aan, een project waarmee ze hoopt te inspireren om AI niet als een vast gegeven te zien. Ze riep juist op om er creatief en bewust mee te experimenteren. In een tentoonstelling bij MU tonen 21 kunstenaars hun werk dat hieraan gelieerd is. Ze proberen voorbij te gaan aan de standaard AI-esthetiek, door bijvoorbeeld glitches en meer intuïtieve beelden op te roepen. “AI is een ambacht”, zei Stolk. “Vormgevers, kunstenaars en gebruikers kunnen dit ambacht ook echt zelf vormgeven in plaats van het passief te consumeren.”
Cees Dingler: Augmented Reality in de publieke ruimte
Cees Dingler, creative director en medeoprichter van Capitola, gaf in zijn presentatie voorbeelden van hoe digitale technologie en augmented reality de publieke ruimte kunnen transformeren. Capitola, dat zich specialiseert in innovatieve toepassingen van AR en VR, werkt met klanten zoals Polestar, waarvoor ze in showrooms AR-projecties van nieuwe modellen over bestaande auto’s creëren. Dingler benadrukte dat de digitale en fysieke wereld steeds meer vervlochten raken: “We komen er niet meer onderuit.”
Daarnaast noemde hij de recente ontwikkelingen in smart glasses en toepassingen zoals Snap’s Spectacles, die met AI en gezichtsherkenning nieuwe kansen en uitdagingen brengen. Ook schetste hij toekomstbeelden waarin gebruikers hun omgeving kunnen verrijken met gamekarakters of filters. Volgens Dingler ligt de uitdaging in het creëren van betekenisvolle ontwerpen die de samenleving ten goede komen, en verwacht hij dat deze technologieën toegankelijker en persoonlijker worden.
Ontwerpers aan het Woord
Onder leiding van moderator Sander van der Waal deelden ontwerpers Julia Janssen, Leonore Snoek, Mayra Kapteijn en Bas Sala hun visie op technologie en maatschappelijke impact. Mayra Kapteijn (Het Verbond) sprak over haar project “Play the Algorithm” dat jongeren uitnodigt technologie kritisch te benaderen: “We moeten een veilige ruimte creëren waar jongeren kunnen blijven spelen, ondanks de invloed van algoritmen.” Hiermee beoogde ze om bewustzijn te kweken over de impact van digitale systemen op de jeugd.
Julia Janssen focuste op de invloed van AI en Big Tech op de vrije wil. In haar installatie “Mapping the Oblivion” onderzoekt zij hoe aanbevelingssystemen van bijvoorbeeld streamingsdiensten als Netflix ons keuzes opdringen: “Je denkt dat je vrijheid hebt, maar de keuzes worden al voor je gemaakt.” Janssen waarschuwde dat deze onzichtbare sturing problematisch kan zijn voor individuele vrijheid.
Bas Sala toonde zijn werk “Cloud City”, een model dat de toekomst van de stad visualiseert met slimme systemen en data-infrastructuren. “Data is het nieuwe goud; controle daarover betekent economische macht,” stelde hij.
En Leonore Snoek (Gemeente Amsterdam) rondde dit deel van de conferentie af met haar project “Digital Youth”, waarin ze met jongeren werkt aan een veiligere online omgeving. “Mijn doel is om technologie te ontwikkelen die mensen, vooral jongeren, meer ruimte geeft om authentiek te zijn, los van commerciële prikkels.”
Technologie en Inclusieve Online Ruimtes
Wouter Nieuwenhuizen, onderzoeker bij het Rathenau Instituut, gaf vervolgens een presentatie waarin hij sprak over de impact van technologie op kwetsbare groepen en de noodzaak om online omgevingen inclusiever te maken. Hij benadrukte dat platforms als TikTok en VR-chat soms waardevolle ruimtes bieden voor bijvoorbeeld LHBTIQ+-communities en inheemse volken: “Het internet kan een toevluchtsoord zijn voor wie ergens anders moeilijk aansluiting vindt.” Nieuwenhuizen onderstreepte ook de nadelen, zoals de toenemende online haat, vooral tegen LHBTIQ+ gemeenschappen, en de beperkte controle die gebruikers ervaren op platformen die worden gedomineerd door commerciële belangen.
In zijn presentatie pleitte hij dan ook voor alternatieve online ontwerpen die de behoeften van kwetsbare groepen centraal stellen. Bijvoorbeeld door meer controle en anonimiteit te waarborgen, menselijke contentmoderatie toe te passen en online ruimtes te creëren waar zelfexpressie en identiteit veilig zijn. “Als technologie faalt om rekening te houden met de meest kwetsbaren, faalt het voor ons allemaal,” aldus Nieuwenhuizen.
Paneldiscussie
Tijdens een paneldiscussie spraken Martijn de Waal (lector aan de Hogeschool van Amsterdam en verbonden aan het Center of Expertise Creative Innovation), Charissa Sloote (projectmanager Digitale Stad bij Gemeente Amsterdam), Marcel Thaens (Chief Information Officer van de provincie Noord-Brabant), en Mieke van Heesewijk (projectleider bij het SIDN Fonds). Ze bespraken de rol van technologie en publieke waarden in de digitale samenleving. De Waal pleitte voor een extra onderlaag onder Koert van Mensvoorts piramide, waarin niet alleen praktische technologische toepassingen centraal staan, maar ook de waarden van de samenleving waarin we willen leven: “Hoe gebruiken we technologie om niet alleen consumenten te dienen, maar ook een democratische samenleving te versterken?”, was de vraag waarvan hij het belangrijk vond dat we daarop reflecteren.
Marcel Thaens wees in dit kader ook op de ethische verantwoordelijkheid van de overheid bij de inzet van AI, terwijl Charissa Sloote benadrukte dat de gemeente Amsterdam streeft naar het benutten van technologische kansen, zonder de publieke waarden te verliezen. Van Heesewijk benadrukte het belang van een transparante en inclusieve digitale infrastructuur: “Het internet vormt de basis van ons democratisch systeem, en we moeten zorgen dat het toegankelijk en eerlijk blijft voor iedereen.” Het panel concludeerde dat ontwerpers en beleidsmakers samen moeten werken om technologie menselijker en inclusiever te maken.
Handelingsperspectief: een toekomst met verantwoorde technologie
In haar afsluitende woorden benadrukte Pallas Agterberg het belang van een concreet handelingsperspectief voor zowel beleidsmakers als burgers. We zijn geneigd te denken dat digitale toekomsten superpowers bieden aan big tech of magische AI machines, maar iedereen kan een superpower ontwikkelen. En elke superpower kan een algoritme met zich meebrengen waardoor anderen onderdrukt wordt. Waar het nu over gaat, is dat we in dit soort heldere taal de mogelijkheden ontdekken, ermee spelen, zorgen dat het geen algoritmes worden met onderdrukking. Door de taal eenvoudiger te maken, kunnen we ook zien welke rol we zelf spelen en welk handelingsperspectief we hebben.
De creatief leider sloot af met een oproep om kritisch te blijven nadenken voor wie een superpower is, en hoe we gezamenlijk een toekomst kunnen creëren door voor iedereen superpowers beschikbaar te krijgen zodat technologie een positieve, verbindende kracht is