In gesprek met het ministerie van Justitie en Veiligheid
Olof Schuring is innovatie adviseur binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid (MinJenV). Dit ministerie is sinds vorig jaar partner van de Embassy of Safety. Sinds een aantal jaar neemt de gehele veiligheidsketen van MinJenV, Openbaar Ministerie, politie, Dienst Justitiële Inrichtingen en Reclassering Nederland, steeds vaker ontwerpers in dienst: user experience designers, social designers, product designers, service designers en ontwerpers die meer gericht zijn op strategische ontwikkelingen. Deze makers in de veiligheidsketen hebben zich verenigd in het Makerscollectief. Schuring: “Een beweging waarmee wij promoten op een ontwerpende manier naar vraagstukken te gaan kijken. Exact dezelfde boodschap die de Embassy of Safety heeft. Op die boodschap kunnen we elkaar heel goed versterken.”
Wat maakt dat jullie samenwerken met ontwerpers?
“Je hebt dit waarschijnlijk vaker gehoord, maar als we blijven doen wat we deden, dan krijgen we wat we kregen. Een andere manier van kijken naar de vraagstukken waar wij voor staan is echt noodzakelijk. We staan voor grote en complexe vraagstukken als: hoe blijven we als Nederland veilig? Hoe zorgen we ervoor dat onze rechtstaat ook toegankelijk en rechtvaardig blijft voor iedereen? Als ministerie zijn wij verantwoordelijk voor het migratievraagstuk voor Nederland.”
“Die andere aanpak vinden wij in de ontwerpende manier van werken. Er werken binnen MinJenV verschillende ontwerpers. Allemaal ontwerpers met een verschillende inborst, ze zijn complementair aan de andere mensen die binnen de gehele veiligheidsketen werken.”
Hoe helpt die ontwerpende manier van werken?
“We zijn als MinJenV gewend om te reageren op incidenten. Daar zijn we over het algemeen ook heel goed in. We blussen brandjes. Letterlijk door onze brandweer, maar ook de maatschappelijke branden blussen de politie en de rechtsstaat.”
“Tegenwoordig krijgen we de vraag om oplossingen te zoeken voor de middellange termijn. Een ontwerpend perspectief helpt om breder te kijken. Misschien is er een heel ander achterliggend probleem. Het helpt ons om systemisch te kijken, zodat we tot een systeeminterventie komen en niet steeds pleisters blijven plakken.”
Wat is dat, systemisch kijken?
“Met systemisch kijken bedoelen we kijken naar het grotere geheel. Iedereen binnen MinJenV stelt zichzelf de vraag of we onze taken goed uitvoeren. Als je naar het grotere geheel kijkt, kun je je ook de vraag stellen of we wel de goede dingen doen. We willen meer en vaker alle betrokken partijen bij elkaar brengen. Samen onderzoeken wat er moet veranderen en wat het zo moeilijk maakt om tot veranderingen te komen. Dat we samen andere vragen gaan stellen, of überhaupt op de pauzeknop drukken, is al een hele stap. Iedereen roept om een oplossing, maar er is vaak geen oplossing. Wat we wel kunnen doen is een bepaalde beweging in gang zetten, waardoor de verandering voor iedereen een goede kant op gaat.”
Kun je een voorbeeld noemen?
“Vorig jaar stonden we op Dutch Design Week met het project ‘WITTE WAS veiling’ in samenwerking met Studio Sociaal Centraal, een project rondom sociaal ontwerp op het vraagstuk ondermijnende criminaliteit. Daarmee agenderen we een onderwerp dat we heel graag willen veranderen. Er worden veel, met crimineel geld gekochte, spullen in beslag genomen. Dit werkt op zich goed, we hebben magazijnen vol met spullen. Maar in het grotere geheel heeft het weinig impact. Met de WITTE WAS veiling kunnen we dit agenderen en willen we wel een boodschap meegeven. De veiling van in beslag genomen spullen vraagt nog om veel onderzoek wat je daar precies mee zou kunnen en mogen doen.”
“Als je dat traject niet start, als je niet ergens het initiatief neemt, dan verandert er niets. Dus we moeten het wel gaan dóen en dat is heel leuk om dat samen met de Embassy of Safety te doen. Die samenwerking is voor ons een hele veilige manier, want dan is het niet alleen onze boodschap, maar ook een boodschap vanuit de maatschappij. Vanuit de ontwerpende wereld: zo zou je ook naar dit vraagstuk kunnen kijken.”
Wat is voor jou de meerwaarde van werken met de Embassy of Safety?
“We kunnen elkaar heel erg helpen. We werken niet aan oplossingen, maar aan bewegingen. We zetten samen iets in gang. Dat is minder tastbaar en misschien ook wel minder bevredigend, want wat levert dat nou op? Maar als je het heel plat slaat: de Embassy levert een podium op, en daarmee voor ons een partner die dezelfde boodschap heeft, maar dan vanuit een ander perspectief kijkt.”
“Ik hoor van ontwerpers die niet binnen de overheid werken, maar wel aan maatschappelijke vraagstukken werken, dat ze zo graag dat systeem zouden willen veranderen. Als externe ontwerpers worden ze vaak uitgenodigd om een proof of concept te lanceren, of een visie neer te zetten. Het zijn altijd heel tastbare producten of diensten waar ze aan werken. Eigenlijk willen die ontwerpers met hun ontwerp en visie impact gaan maken. Het is vaak voor een externe ontwerper niet zichtbaar wat er uiteindelijk mee gedaan wordt. Er gaat ook veel tijd overheen.”
“Vanuit MinJenV kunnen we die tijd wél nemen, omdat we in het systeem zitten. Maar wij hebben soms een externe motor nodig om die veranderimpuls aan te zwengelen. Alleen kunnen wij wel hard roepen dat mensen binnen het ministerie op een ontwerpende manier moeten gaan werken, maar dat is een beetje van wij van WC-eend adviseren WC-eend.”
Is zo’n sterke motor de Embassy of Safety?
“Een mooie metafoor voor onze samenwerking vind ik die van de hazen tijdens een marathon en de marathonlopers. De Embassy of Safety is de haas en wij zijn de marathonlopers. We moeten eigenlijk een beetje hetzelfde tempo lopen, maar het liefst heb ik dat de Embassy of Safety iets harder loopt dan wij. Zo helpen we elkaar. Ik hoop dat de Embassy of Safety ons voorblijft, zo lang als nodig, en wij het tempo volhouden tot de finishlijn.”
"We hebben partijen nodig die ons helpen te herinneren en ons laten zien dat wij in dat systeem zitten. Partijen die ons af en toe triggeren buiten ons systeem te denken. Ons uitdagen om op andere vragen en inzichten te komen.”— Olof Schuring, Innovatie Adviseur (MinJenV)
In welke zin hoop je dat de Embassy de makers binnen MinJenV voorblijft?
“Wij zijn onderdeel van het systeem van MinJenV, daarmee worden wij blind voor een aantal dingen. We hebben partijen nodig die ons helpen te herinneren en ons laten zien dat wij in dat systeem zitten. Partijen die ons af en toe triggeren buiten ons systeem te denken. Ons uitdagen om op andere vragen en inzichten te komen.”
“Ik ben ook heel blij met het thema dat we voor Dutch Design Week deze keer hebben gekozen: GoedMaken. Binnen de veiligheidsketen richt reclassering zich erop dat mensen iets verkeerd hebben gedaan richting de maatschappij en dat moeten ze weer goed maken. Maar iedereen wil het ook waanzinnig graag goed doen. Binnen de veiligheidsketen zit een enorme drive om Nederland een mooi land te laten zijn, maar het is heel moeilijk om dat op een andere manier te doen dan we gewend zijn. Voor ons is werken met ontwerpers heel leerzaam, er komt ook veel energie vrij. Maar het is wel moeilijk om dat lampje te laten branden. Dit thema straalt vertrouwen uit om het met elkaar goed te maken.”
Wat zijn belangrijke learnings die je hebt opgedaan?
“Binnen het ministerie zijn wij best risicomijdend. Zo lanceren wij het Makerscollectief (bijeenbrengen van alle makers binnen de keten van het ministerie van MinJenV, red.) eigenlijk heel voorzichtig. Wij zijn van nature heel behoudend. Dat hoort bij onze organisatie, misschien wel bij de Rijksoverheid, maar zeker bij MinJenV. Een van de dingen die Tabo (Goudswaard, creatief leider Embassy of Safety, red.) bij de lancering zei, is dat als je een kunstwerk maakt, dan maak je dat voor een expositie. Je maakt het groots alsof het het mooiste is wat er op dat moment moet komen.”
Lees hier over de lancering van het Makerscollectief
“Dat is wat ik meeneem voor het Makerscollectief, dat we het groter mogen neerzetten dan het op dit moment is. Wij vinden dat het in de etalage mag komen te staan. Die houding is wel onwennig, we willen immers geen lucht verkopen. We willen écht meewerken aan een transitie, maar misschien moeten we ons wel groot neerzetten zodat we ook groot kunnen worden. Dat is een belangrijke les die ik meegenomen heb.”
Een mooi voorbeeld van een ontwerper die als medewerker binnen de keten van MinJenV aan de slag zijn gegaan is, volgens Schuring, Leren op cel, van Nina Timmers, innovatie adviseur bij Dienst Justitiële Inrichtingen. Zij draait het project samen met Lotte de Haan, social designer bij ontwerpbureau Afdeling Buitengewone Zaken. “Nina en Lotte hebben de jonge gedetineerden betrokken bij het project. Zo hebben ze een tool ontwikkeld die aansluit bij de jongeren en écht helpt.”