Onverwachte perspectieven zorgen voor nieuwe kijk op mobiliteit
De auto heeft nu verreweg de meeste ruimte in ons mobiliteitssysteem. In steden is een groot deel van de ruimte gereserveerd voor wegen en parkeerplaatsen. Als het op een bepaalde plek te druk wordt, gaan we wegen verbreden. We proberen steden zo optimaal mogelijk in te richten voor automobilisten. Technologie speelt daarin steeds vaker een grote rol. “Efficiëntie is hierin altijd het uitgangspunt. We willen zo snel mogelijk van a naar b gaan”, stelt Rob Adams, curator van de Embassy of Urban Mobility. “Maar in veel verbeteringen vergeten we de mens. Mobiliteit is niet alleen om mensen van a naar b te vervoeren. Het gaat ook over mensen bij elkaar brengen, over sociale aspecten en plezier.”
Om echt veranderingen door te voeren in onze mobiliteit, zijn andere perspectieven nodig. Die nieuwe perspectieven komen naar voren tijdens conferentie van de Embassy of Urban Mobility tijdens Dutch Design Week 2022. “Daarom organiseren wij een conferentie over mobiliteit zonder experts op het gebied van mobiliteit”, vertelt Adams. “Experts kijken namelijk vaak naar data en gebeurtenissen uit het verleden. Maar daar heb je niks aan als je de toekomst wil vormgeven. Dan heb je andere invalshoeken nodig.” Daarom vertelden drie experts vanuit andere vakgebieden over hun perspectief op de toekomst van mobiliteit. Zij richten zich op de natuur, het geluk en hoe we systemen kunnen doorbreken om echt voor verandering te zorgen. De conferentie werd geopend door Monique Esselbrugge, Wethouder Mobiliteit bij Gemeente Eindhoven.
Natuur als geavanceerd lab
Neem de natuur; mensen kunnen nog heel veel leren van de natuur. De aarde bestaat immers al miljarden jaren. De mensheid is nog maar een fractie van die tijd op de planeet te vinden. “De natuur is het meest geavanceerde lab”, begint Saskia van den Muijsenberg haar keynote over biomimicry. “Als het gaat om innovaties kijken we vaak naar de gebeurtenissen tijdens en na de industriële revolutie. Maar dat is nog maar kortgeleden als je kijkt naar het hele bestaan van de aarde. De natuur heeft voordat de mensheid kwam, ook al miljarden jaren de mogelijkheid gehad om zichzelf te ontwikkelen. Daar kunnen wij heel veel van leren.”
Er worden nu al producten zoals auto’s, fietsen en vliegtuigen gebaseerd op elementen uit de natuur. Denk bijvoorbeeld aan een auto met de aerodynamica van een vis of een fietsframe met de structuur en stevigheid van een vogelnest. “De natuur is ontzettend slim”, vervolgt Van den Muijsenberg. Menselijke engineers en ontwerpers hebben eeuwenlang hun hoofd gebroken over een efficiënt wegennet, wat nog steeds niet helemaal is gelukt. Eencellige organismen, een soort slijm, kunnen zich een optimale weg door een doolhof banen, zelf zonder in het bezit te zijn van een brein. Het slijm probeert alle mogelijke routes uit, maakt een soort kaart en stelt van daaruit de meest optimale route samen. Van den Muijsenberg: “Van dergelijke organismen kunnen wij mensen nog veel leren.”
Natuur slimmer dan computers
Of wat denk je van het sensorsysteem van vogels die in grote groepen bij elkaar vliegen? “De vogels botsen nooit tegen elkaar aan in de lucht. Een autoproducent heeft ooit onderzoek gedaan naar dit verschijnsel en hoe dit de auto-industrie eventueel verder kan helpen. Alleen onze computers waren op dat moment nog niet ver genoeg ontwikkeld om de activiteit van de vogels na te bouwen”, schetst ze als een van de velen voorbeelden. “Kunnen wij onze systemen, infrastructuur en gebouwen op dezelfde manier maken als de natuur dat doet? Net zo geavanceerd én vrijgevig?”
We hebben een movement nodig
Als we meer gaan denken vanuit de natuur, kan dat tot grote veranderingen leiden. Maar hoe gaan we die veranderingen ook daadwerkelijk implementeren in de regide systemen waar we nu mee te maken hebben? “Voor grote veranderingen heb je een movement nodig, een andere mindset. De hele keten van organisaties en bedrijven moet bijdragen aan die verandering, als één schakel uitvalt, dan werkt het niet”, vertelt Sune Knudsen, COO van het Danish Design Centre in zijn toespraak tijdens de conferentie.
Wat het extra lastig maakt: als het gaat om de toekomst heeft niemand het juiste antwoord paraat. “We moeten proberen, testen en zodoende kijken wat werkt. In dat proces worden ook fouten gemaakt. Daar moeten we niet bang voor zijn, maar juist van leren en groeien”, gaat Knudsen verder. De manier waarop we veranderen moet veranderen, zo vat hij pakkend samen.
Oplossingen combineren
“Problemen zoals klimaatverandering kunnen we niet in één keer oplossen. We kunnen wel kleine stukjes eruit halen en daar dan alvast oplossingen voor bedenken”, zegt hij. Om uiteindelijk wel tot een algemene oplossing te komen, moeten we onze manier van innoveren aanpassen. “Nu werken bedrijven vaak zo: er worden verschillende oplossingen bedacht voor een probleem. Daar kiezen zij dan de beste oplossing uit en die wordt verder uitgewerkt. De andere oplossingen verdwijnen in de prullenbak. Ik denk dat deze werkwijze niet (meer) de gewenste resultaten oplevert. We moeten de verschillende ideeën samen laten werken en aan elkaar koppelen. Dus niet één oplossing voor alles, maar verschillende zaken gecombineerd.”
Knudsens nieuwe manier van innoveren sluit ook goed aan bij het gedachtegoed van Ruut Veenhoven, professor bij de World Database of Happiness van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Mobiliteit zelf is niet het probleem, het gaat om de manier waarop we ermee omgaan”, stelt hij. Veenhoven heeft de relatie tussen geluk en mobiliteit onderzocht. “Wat is geluk?”, met die vraag begint hij zijn keynote. Volgens de professor gaat vooral over een goede kwaliteit van leven, of eigenlijk dat je over een langere tijd gelukkig bent met je eigen leven. “Mobiliteit is hier een onderdeel van”, vertelt hij. Dat gaat zowel over de reis zelf, als over het grotere plaatje omtrent de bereikbaarheid van bepaalde locaties en de aanwezigheid van stations. Uit een onderzoek in de World Database of Happiness blijkt dat mensen gelukkiger zijn als ze verder weg van een treinstation wonen. Maar aan de andere kant willen mensen ook graag snel op hun plaats van bestemming zijn. Veenhoven: “Het gaat dus om het vinden van balans. De uitkomst daarvan kan voor iedereen anders zijn.”
Vragen stellen
Curator Rob Adams stelt concluderend: “Deze tijd heeft vragen nodig in plaats van antwoorden.” Hij wil samen onderzoeken hoe de mobiliteit van de toekomst eruit kan zien als we alle gebaande paden en standaarden loslaten. “De verschillende perspectieven bieden uitkomst. Om vragen te stellen en om samen naar oplossingen te zoeken.”