Verrassende veiligheid verteld door een ex-jeugdcrimineel en cyber agent Roozy
Ondermijnende criminaliteit: drugsbendes die jongeren in de wijk ronselen om voor veel geld het drugspad op te gaan. Het is een steeds prangender probleem. Ook de onveiligheid op internet lijkt geen grenzen te kennen. Tijdens de themaconferentie van de Embassy of Safety vertelden ervaringsdeskundige Mohammed Hedi en basisschoolleerling én cyber agent Roozy hun verhaal. De boodschap? Samen komen we tot verrassende veiligheid.
Burgemeester Jorritsma van Eindhoven benoemt het in zijn opening van de conferentie: Hoe ga je de verleiding tegen om snel geld te verdienen en de criminaliteit in te gaan? “Ook in Eindhoven is de criminaliteit aanwezig, met als meest zwarte bladzijde in mijn bestuurlijke carrière de avondklokrellen in januari. Een stad waar aan de ene kant de welvaart is. Design, techniek en kennis hoogtij vieren, maar aan de andere kant ook jeugdbendes zijn. Puur en alleen omdat jeugd in aanraking komt met verkeerde vrienden, in een bepaalde wijk opgroeit of – en ik heb enige schrik om dat te zeggen – de verkeerde achternaam hebt. Je ziet wijken waar de jeugd rondrijdt in grote patserbakken. Waar je dan als jongen – soms ook meisje – naar kijkt en denkt: dat wil ik ook. Waarom zou ik dan naar mijn school gaan, elke dag voor dag en dauw op staan? Het geld ligt letterlijk op straat.”
Jorritsma ging zelf spiegelen, vakkenvullen en “zakkenvullen” voor, toen nog, één gulden vijfenzeventig per uur bij de Albert Heijn. “Nu worden er jongeren geworven op ROC’s en hogescholen om een avond door te brengen in een wietkwekerij voor 500 euro. Doe dat twee avonden in de week en je komt met heel wat meer thuis dan je vader een moeder.”
De gemeente Eindhoven maakt structureel geld vrij om de ondermijnende criminaliteit aan te pakken, zegt Jorritsma. “Maar het is een middel, het gaat om de plannen en de uitvoeringskracht om die middelen te besteden.” Eerder al nam de gemeente ontwerpers in dienst om met hen te onderzoeken hoe je jongeren, die aan al die verlokking blootstaan, kunt overtuigen niet voor de criminaliteit te kiezen. Het is lastig de resultaten van de plannen meetbaar te maken, zegt Jorritsma, “maar in sommige wijken begint er weer een zekere mate van rust terug te komen”. “Er is minder overlast en daardoor meer maatschappelijk rendement. Ik kan dat alleen niet op een balans leggen.”
Na de rellen van januari sprak Jorritsma met een van de grootste relschoppers, Dennis, ook wel TK genoemd. Hij werd kort na de rellen opgepakt en ging voor vier maanden de cel in. De burgemeester leerde Dennis’ verhaal kennen. Nederlands-Marokkaanse ouders, vader nooit gekend, moeder die hem op zesjarige leeftijd verliet, van gezin naar gezin verplaatst. “Totaal verknipt, iedereen trok de handen van hem af. Hij kwam van de regen in de drup. Hij groeide op met de gedachte dat je de politie nooit zegt wat je gedaan hebt. Het was een cultuur van: horen, zien en zwijgen. Nu wil Dennis zijn verhaal delen, om anderen te behoeden van zijn fouten. Hij is een van mijn frontliners in de wijken om de jeugd een spiegel voor te houden.”
Ook Dwight van de Vijver en Mohammed Hedi vertellen hun verhaal over hoe zij de jonge aanwas tegen willen gaan. Van de Vijver was in 2008 de politieagent die Hedi, toen een berucht crimineel, oppakte. Inmiddels werkt Van de Vijver bij Reclassering Nederland en maakt hij televisieprogramma’s. Afgelopen zomer verschenen de voormalig politieagent en Hedi in een documentaire over Hedi’s levensloop. Van de Vijver: “Wat mij drijft is de liefde voor de mensen.”
De nu 29-jarige Hedi groeide op in de Utrechtse wijk Overvecht. Het was druk in huis met vier broers. Was veel op straat, had een talent voor voetballen, hij werd geselecteerd voor FC Utrecht en voetbalde zes maanden bij PSV. Toch ging er iets mis, Hedi was onhandelbaar. Al in groep 4 werd hij van school gestuurd. In groep 7 kreeg hij, totaal onverwacht, een vwo-advies. Maar hij bleef zijn eigen gang gaan en schopte overal tegenaan. Er volgden internaten en later ook jeugdgevangenissen. Zes keer werd hij opgesloten.
Hedi ontdekte het snelle geld van de drugswereld en had meerdere auto’s, een penthouse in Amsterdam en een huis in Utrecht. “Die burgemeester (Jorritsma, red.) had het goed. Het leek of hij het zelf had meegemaakt. Alleen, ik kreeg voor drie avonden slapen in een wietkwekerij 5000 euro.”
Tijdens de conferentie doet Hedi dapper zijn verhaal, soms met een grap. Inmiddels is hij personal trainer en traint hij bekende Nederlanders, advocaten, rechters in het Gooi. “Als ze hiervan weten, zeggen ze allemaal hun abonnement op.” Hij weet het publiek te raken, na afloop volgen vragen. “Waarom zorgde je net geboren dochtertje ervoor dat je voor de andere weg koos?” “Zijn je vrienden van toen nog je vrienden?” Of vanuit de gemeente Zaanstad, die samen met de gemeenten Arnhem aan Amsterdam, deelneemt aan het Embassy Lab met de naam Jonge Aanwas: “Wat zou de gemeente toentertijd hebben kunnen doen om jou te helpen?” Een vraag die Hedi niet kan beantwoorden. “Het probleem is geld. Mijn ouders konden mij nog geen 5 euro geven. Mijn verlangen is nog steeds geld. Het is een obsessie. Jongeren willen dat geld niet straks, maar nu.” Hedi wil jongeren behoeden voor zijn fouten, een voorbeeld zijn, om te laten zien dat criminaliteit niet loont, je hebt er uiteindelijk helemaal niets aan.
Vanuit de Embassy of Safety start het Embassy Lab ‘Jonge Aanwas’. Tijdens Dutch Design Week 2022 hoopt curator Tabo Goudswaard te laten zien wat de gemeenten Zaanstad, Arnhem en Amsterdam hebben gedaan om die aanwas tegen te gaan.
Een heel andere onveiligheid, is de onveiligheid op internet. Het rapport ‘Online Ontspoord’ van het Rathenau Instituut geeft inzicht in de onderliggende mechanisme die eraan bijdragen dat het online onveilig is. Wouter Nieuwenhuizen is een van de auteurs en neemt de bezoekers mee in het niet “altijd even duidelijke schemergebied”. Online shaming, sock puppeting – je voor iemand anders voordoen -, cyberpesten, phishing, doxing. Nieuwenhuizen: “Wat we willen is van het internet een aantrekkelijke plek maken. Het opnieuw inrichten.”
Valerie Frissen, directeur van het SIDN-fonds, dat investeert in projecten met lef en maatschappelijke meerwaarde, laat weten dat haar stichting ontwerpers wil helpen die iets aan die veilige online wereld willen doen. Tijdens de conferentie doet ze een oproep aan ontwerpers om zich te melden, om samen de slag naar een groter publiek te maken.
HackShield is een van de projecten die Frissen ondersteunde. Als vrolijke noot beklimmen ontwerper Tim Murck en cyber agent Roozy het podium. Murck knalt de zaal in dat het internet en de digitale toekomst fantastisch zijn. Basisschoolleerling Roozy assisteert hem daarbij. Murck: “Eigenlijk is het in de digitale wereld hetzelfde als in de fysieke. Als we geen gelijke kansen creëren, dan blijft het een ingewikkeld verhaal. Er worden miljarden verdiend met cybersecurity en er gaan miljoenen in om, maar ondertussen is er nog steeds geen digitale geletterdheid op haar school (wijzend naar Roozy, red.). Dat is gênant, er is iets heel geks in onze maatschappij. Wij als stel designers willen een wereld maken waarin kinderen niet potentieel slachtoffer zijn, maar superhelden.”
In een game leren kinderen de digitale wereld kennen en verzamelen ze punten. Onder meer door hun ouders iets bij te brengen. Inmiddels zijn er bijna zestigduizend, zogenoemde, cyber agents, of wel superhelden. Roozy staat op nummer drie. Vorige week was het HackShield event en lanceerde het team HackShield voor in de klas en HackShield voor volwassen. Waarom voor volwassen? Roozy: “Omdat jullie niets weten van de gevaren van het internet.”
Murck: “Het is een oprechte poging om als maatschappij steviger in onze schoenen staan als het gaat om cyber weerbaarheid. We moeten met zijn allen meer ons best moeten doen om een jonge generatie alle kansen te geven om de vruchten te plukken van de digitale wereld. Dat alle kids, bijvoorbeeld in Overvecht, op jonge leeftijd leren hoe ze vette webshops op kunnen zetten. Hoe ze met internet de mooiste toekomst voor zichzelf kunnen bouwen die je maar kunt bedenken.”