WDE Spotlight: Yuri Veerman
In WDE Spotlight geven we het woord aan diverse ontwerpers uit de Embassies. Dit keer spreken we met Yuri Veerman, onderdeel van de Embassy of Safety in 2022. Wat is zijn achtergrond? Wat inspireert hem? Wat hoopt hij met zijn werk te bereiken? Je leest het in deze Q&A!
Kun je iets meer over jezelf, je achtergrond en jouw ontwerppraktijk vertellen?
In mijn praktijk ga ik op zoek naar symbolen, dat zijn meestal eenvoudige visuele tekens die symbool staan voor een groot complex verhaal. Dat is mijn favoriete materiaal. Dat kan een vlag zijn, of een munt, of het gezicht van een prins of de gemiddelde huizenprijs. Dit materiaal verschaft mij toegang tot ideeën die normaal gesproken te groot zijn om te bevatten. Niemand kan precies vertellen wat Nederland voor land is, of hoe de woningcrisis precies in elkaar zit, die dingen zijn te complex en te veranderlijk. Maar een vlag kan je gewoon kopen op Marktplaats en verknippen, een getal kan je ontleden en herleiden. Dus door te beginnen met iets dat statisch en concreet is kan ik me opnieuw verhouden tot iets dat abstract en complex is. Het kleine geeft je toegang tot het grote.
Deze manier van werken is ontstaan tijdens mijn studie Design aan het Sandberg Instituut. Daar had ik bedacht dat het leuk zou zijn om een machine te bouwen waar je een euromuntje in kan gooien die je dan weer terugkrijgt in de vorm van poeder in een flesje, een vermalen euromunt dus. Vervolgens heb je een klein glazen flesje met eurogruis in je handen en kan je je afvragen: is er nu waarde vernietigd of gecreëerd? En in het eerste geval: waar is de waarde van die vernietigde euro dan naar toe?
Nu heb ik een praktijk waarin mijn werk bestaat uit het stellen van zulke vragen.
Jouw project All Cops Are… is tijdens Dutch Design Week onderdeel van de Embassy of Safety. Wat kun je ons over dit project vertellen?
All Cops Are is ontstaan tijdens het programma Social Design Politie, daar worden agenten aan kunstenaars en ontwerpers worden gekoppeld. Je loopt dan een tijdje met een agent mee en die agent loopt weer met jou mee. Ik werd gekoppeld aan jeugdagente Lotte Asma in Hengelo. Het klikte goed, maar ik vond het moeilijk om specifiek op onze samenwerking te reageren of op haar manier van werken, ik zag daar eigenlijk niks waarop ik wou ingrijpen. Uiteindelijk heb ik drie hoofdingrediënten bij elkaar gegooid: jeugd, politie en kijken, daar wilde ik iets mee doen. We hebben toen een video geschoten waarin agenten uit Hengelo zich lieten profileren door jongeren. Die video is het prototype geworden voor het project All Cops Are.
De volgende video’s hebben we geschoten in Rotterdam en Arnhem, opnieuw met verschillende agenten die door willekeurige voorbijgangers werden geprofileerd. Ditmaal niet alleen door jongeren, maar door mensen van alle leeftijden. Dat was een goeie keuze, er lopen zoveel verschillende figuren over straat, het is zonde als je iets moet laten schieten omdat je je alleen op jongeren richt.
De titel is een verwijzing naar het Engelse acroniem A.C.A.B. wat staat voor All Cops Are Bastards. Ik vond die kreet een fijn vertrekpunt omdat het een anti-slogan is, een karikatuur. Door het laatste woord weg te halen gooi je de boel weer open. Oh, en ik vergeet helemaal de crux uit te leggen: we hebben elke agent dus tweemaal op straat gezet, eerst in burger kleding en daarna in uniform. Vervolgens hebben we dezelfde soort vragen gesteld aan de eerste en de tweede groep voorbijgangers: wat zie je, is deze persoon te vertrouwen, welke partij stemt hij of zij, herken je iets van jezelf in deze persoon? De antwoorden hebben we versneden tot één geheel.
Kun je uitleggen hoe jouw project zich verhoudt tot het verhaal van deze Embassy?
Het thema is vertrouwen, en ik heb een heleboel vertrouwen gekregen van de politie om dit te maken. Ik kan namelijk geen belofte doen, in de zin van: het werk gaat dit of dat uitdragen, we gaan een statement tegen racisme maken, of tegen profileren, zo iets. Dat wil ook niet. Dit werk gaat in de basis over hoe we naar een ander kijken, welke concepten er bestaan om de hokjes waar we elkaar in stoppen mee te bouwen. Het mooie vind ik, dat je in de video hoort en ziet hoe de hokjes gebouwd worden, maar dat je ook voelt hoe gammel ze zijn. Vaak gokken mensen maar wat, omdat ik ze een vraag voorleg en ze toch mee willen doen aan het spelletje. Vervolgens moeten ze het doen met rudimentaire concepten als conservatief of progressief, open of gesloten, wel of niet te vertrouwen. En dus kies je en zit iemand in jouw geïmproviseerde hokje, en jij zelf overigens ook, want het bepaalt hoe je de ander ziet. Daarnaast is het bijzonder dat ik zo veel vrijheid heb gekregen in het maken. Op een gegeven moment, toen ik aan het editen was, keek ik naar het beeld en dacht ik: wauw, de Politie laat mijn toch maar mooi spelen met hun imago! En ik kan er van maken wat ik wil. Best bijzonder voor een instituut dat draait om controle.
Binnen de projecten die je doet, lijk je complexe problemen op een ogenschijnlijk simpele manier te vatten; hoe belangrijk is humor daarbij voor jou?
Humor raakt je meteen. Iets is grappig of het is niet grappig. Dus als je werk humor bevat, dan ben je meteen binnen bij de kijker, dat is een enorm voordeel. Zonder die humoristische laag zou iemand diezelfde boodschap misschien laten liggen, terwijl die net zo waar is. Daarnaast zorgt zo’n humoristisch ontwerp ervoor dat mensen het delen of doorvertellen, of dat erover geschreven wordt. Humor is een smeermiddel, net zoals esthetiek. Als iets goed verpakt is wil je het sneller aannemen.
Hoe probeer je met jouw project impact te hebben?
Als je werk impact maakt is dat geweldig, toch is dat niet waar ik naar toe werk tijdens het maken. Ik richt me op wat ik voor me zie, op het scherm of op papier, daar probeer ik iets neer te zetten waar ik zelf door verrast wordt, daarna vertrouw ik er op dat het andere mensen ook zal raken. Ik ben ook niet heel strategisch, ik maak nooit een masterplan, meestal ben ik tot het moment van lancering bezig met het werk zelf en dan slinger ik het op het laatste moment de wereld in. Als het goed is gaat het werk daarna z’n eigen weg.
Bovendien, het woord impact is een beetje een glibberig woord. Als ik kijk naar een project als Putin a Rainbow dat ik in 2013 lanceerde als protest tegen de antihomowetgeving is Rusland: heeft dat impact gehad? Niet als je kijkt naar de positie van homo’s in Rusland. Wel als je kijkt naar de mate waarin het werk zich verspreid heeft: het heeft iconische beelden opgeleverd waarvan het bekendste beeld nota bene op een lijst met extremist material van het Russische Ministerie van Justitie staat. Ze zijn dus bang voor dat beeld!
Wat voor ontwerp/project zou je nog graag realiseren in de toekomst en waarom?
Ik heb altijd een dubbel verlangen: ik wil dingen maken die zo concreet mogelijk zijn en ik wil dingen maken die zo abstract mogelijk zijn. Ik zou graag een visueel boek maken waarin haarfijn wordt getoond wat kapitalisme is en hoe het werkt. Daarnaast heb ik zin om een hele grote gekleurde ronde bal Het Damplein op te rollen en die dan daar achter te laten.
Kun je een andere interessante ontwerper noemen die op een vergelijkbare manier of aan vergelijkbare thema’s werkt, en waarom is zijn/haar werk zo sterk in jouw ogen?
Een tijdje terug kocht ik The Happy Potato, van Martijn in ’t Veld. Het is een kinderboek waarin we zien hoe een aardappel van het veld op iemands bord beland, vervolgens op de vork wordt geprikt om daarna in de maag te belanden. De tekeningen zijn lomp en op alles is een lachend gezichtje getekend. Ik vind het een geniaal boek.
Als je één persoon mocht kiezen om mee samen te werken (een wetenschapper, kunstenaar, filosoof, bioloog, ontwerper, politicus, wie dan ook), wie zou je kiezen en waarom?
Veel belangrijke ideeën bestaan enkel in tekstvorm. Piketty’s Kapitaal in de 21e eeuw bijvoorbeeld is een pil die aan heel veel mensen voorbij gaat vanwege de vorm waarin het idee is gegoten. Ik zou wel met hem willen samenwerken om het boek te vertalen naar iets visueels. En dan bedoel ik niet een graphic novel, maar een iconisch ontwerp dat de essentie vat. Iets waar mensen naar kunnen grijpen als het over kapitalisme gaat, een visueel argument dat een einde maakt aan alle trickle down fabeltjes.
Voor/met welk bedrijf zou je heel graag een keer een project willen doen? En wat voor project zou dat zijn?
Ik zou wel met KLM willen samenwerken, dan zou ik een kort verhaal voor ze schrijven en op de buik van elk vliegtuig één zin plaatsen. Ik weet nog niet wat voor verhaal, maar het lijkt me prachtig om die zinnen door te lucht te zien vliegen.